Tijdelijke wet turboliquidatie door eerste kamer aangenomen

Er zijn zorgen gerezen over de mogelijkheid die de wet biedt in het kader van de zogenoemde turboliquidatie. Daaronder wordt begrepen de ontbinding van de rechtspersoon omdat de rechtspersoon geen baten heeft (maar mogelijk nog wel schulden). Een faillissement hoeft dan niet te worden aangevraagd. Bestuurders zouden kunnen toewerken naar de situatie dat er geen baten meer zijn, maar nog wel schulden, zodat ze de rechtspersoon eenvoudig kunnen ontbinden zonder dat zij verantwoording af hoeven te leggen en zonder dat er een onderzoek komt door een curator, waardoor zij ongehinderd hun activiteiten voort kunnen zetten in een nieuwe rechtspersoon en schuldeisers van de oude rechtspersoon worden geconfronteerd met een schuldenaar die niet meer bestaat.

Positie schuldeisers wordt versterkt

Deze zorgen hebben geleid tot de tijdelijke wet turboliquidaties. Deze wet is door de Eerste Kamer aangenomen op 14 maart 2023. De wet heeft tot doel de positie van schuldeisers te versterken en de transparantie te vergroten om misbruik tegen te gaan. Het bestuur moet binnen veertien dagen na ontbinding een aantal documenten deponeren bij de Kamer van Koophandel en eventuele schuldeisers daarvan op de hoogte stellen. Op die manier moet het bestuur toch verantwoording afleggen. Niet voldoen aan deze deponeringsplicht is een economisch delict. De bestuurder moet een balans en staat van baten en lasten van het lopende boekjaar deponeren, de jaarrekeningen van voorgaande boekjaren deponeren als die nog niet zijn gedeponeerd en een beschrijving geven van de oorzaak van het ontbreken van baten, de wijze waarop baten te gelde zijn gemaakt (en hoe die gelden zijn verdeeld) en de redenen waarom schuldeisers onbetaald zijn gebleven. Ook krijgen schuldeisers een inzagerecht om de bewaarde administratie van de ontbonden rechtspersoon als het bestuur niet heeft voldaan aan voornoemde verantwoordingsplicht.

Bestuursverbod bestuurder

Om misbruik tegen te gaan wordt ook de mogelijkheid verruimd om de bestuurder een bestuursverbod op te leggen. Het OM krijgt de mogelijkheid om een bestuursverbod te vragen als de bestuurder niet heeft voldaan aan voornoemde deponeringsplicht, doelbewust handelingen heeft verricht of nagelaten waardoor schuldeisers zijn benadeeld of in de voorgaande twee jaren ten minste tweemaal eerder betrokken is geweest bij een faillissement of een turboliquidatie van een rechtspersoon en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft. Daarnaast wordt de bestaande regeling in artikel 106a van de Faillissementswet gewijzigd zodat een turboliquidatie meetelt in de vraag of er sprake is van herhaling van een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden waarvan de bestuurder een persoonlijk verwijt treft. De curator en het OM kunnen op grond van de regeling in de Faillissementswet aan de rechter vragen om de bestuurder een bestuursverbod op te leggen. 

Tijdelijke maatregelen

Deze maatregelen gelden voor een duur van twee jaar en kunnen daarna worden verlengd met maximaal twee jaren als de wens bestaat om deze maatregelen permanent in te voeren. Gedurende die verlenging kan die structurele wet dan worden voorbereid. Als een wetsvoorstel betreffende die structurele wet lopende die verlenging wordt ingediend, duurt dit uitstel voort totdat laatstgenoemd wetsvoorstel in werking is getreden dan wel is verworpen of ingetrokken.

Haico Dings