Auteursrecht

Het auteursrecht is het uitsluitend recht van de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst om dit werk openbaar te maken en te verveelvoudigen. Tot werken van ‘letterkunde, wetenschap of kunst’ worden bijvoorbeeld gerekend boeken en andere geschriften, toneelstukken, speeches, muziek met of zonder woorden, tekeningen, schilderijen, foto’s, film en video en computerprogramma’s, maar de lijst is veel langer dan dat. 

Het gaat erom dat – om als auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de auteurswet te kunnen worden aangemerkt – het voortbrengsel in kwestie oorspronkelijk moet zijn, dat wil zeggen: het werk mag niet ontleend zijn aan een ander werk en het moet een eigen intellectuele schepping zijn van de maker. Deze schepping moet de persoonlijkheid van de maker weerspiegelen en tot uiting komen door de vrije creatieve keuzes van de maker bij de totstandkoming van het werk. Het moet met andere woorden gaan om een voortbrengsel met een 'eigen oorspronkelijk karakter' die het 'persoonlijke stempel van de maker' draagt. Dit criterium komt op hetzelfde neer als de volgens het Europese Hof van Justitie benodigde 'eigen intellectuele schepping'. Ook een verzameling of bepaalde selectie van op zichzelf niet beschermde elementen kan een (oorspronkelijk) werk zijn in de zin van de auteurswet. 

Buiten de hiervoor bedoelde 'eigen intellectuele schepping' valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarin geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen. De keuzes van de maker mogen daarnaast niet louter een technisch effect dienen of te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze. Verder geldt dat de enkele omstandigheid dat het werk of bepaalde elementen daarvan, passen binnen een bepaalde mode, stijl of trend niet betekent dat het werk of deze elementen zonder meer onbeschermd zijn. Het gaat erom of de vormgeving van de (combinatie van de) verschillende elementen zodanig is, dat aangenomen kan worden dat met het ontwerp door de maker op voldoende eigen wijze uiting is gegeven aan de gekozen stijl, trend of mode. Daarbij is niet vereist dat de maker bewust een werk heeft willen scheppen en bewust creatieve keuzes heeft gemaakt.

Het auteursrecht ontstaat in Nederland (en de meeste andere landen) van rechtswege. Dit is lang geleden al overeengekomen in de Berner Conventie. Dit leidt ertoe dat de maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst het werk niet ergens hoeft te registreren of te deponeren om een auteursrecht te verkrijgen. Het auteursrecht ontstaat dus automatisch zodra het werk is gemaakt. Dit betekent ook dat het niet nodig is om een werk te bestempelen met een copyright-symbool. Ook zonder copyrightlogo kan een werk auteursrechtelijk beschermd zijn. 

De maker van een werk kan het auteursrecht later overdragen aan iemand anders. Daarvoor is wel een onderhandse akte (overeenkomst op papier) nodig. Als het auteursrecht eenmaal is overgedragen, komt het uitsluitend recht om te kunnen bepalen hoe en wanneer het auteursrecht geëxploiteerd mag worden, toe aan de rechtsverkrijger en niet langer de oorspronkelijk maker. Maar let erop dat ook als het auteursrecht is overgedragen, de maker zich soms kan verzetten tegen aantasting van zijn zogenaamde persoonlijkheidsrechten. De klassieke persoonlijkheidsrechten zijn (1) het recht van de maker om zich te verzetten tegen het gebruik van het werk zonder naamsvermelding, (2) het recht om zich te verzetten tegen bijvoorbeeld misvorming of verminking van het werk, (3) het recht om zich te verzetten tegen verdere publicatie en (4) de mogelijkheid om zijn werk te wijzigen. 

Uiteindelijk vervalt het auteursrecht 70 jaar na het overlijden van de maker van het auteursrechtelijk beschermde werk of na het overlijden van de laatst levende maker als er meerdere makers zijn. Het werk behoort vanaf dat vervalmoment tot het publiek domein en staat het iedereen vrij om er gebruik van te maken zonder toestemming van de (voormalig) rechthebbenden. 

Tijdens de periode dat de maker (of rechtsverkrijger) wél het recht heeft om anderen op basis van zijn auteursrecht te verhinderen dat er gebruik gemaakt wordt van het werk, tenzij een wettelijk geregelde uitzondering op deze handeling van toepassing is, kunnen er natuurlijk wel afspraken gemaakt worden tussen de maker en derden om met toestemming gebruik te maken van het werk. Dat kan in een zogenaamde licentieovereenkomst. Partijen kunnen dan afspreken hoe, waar en wanneer de licentienemer gebruik mag maken van het werk van de maker, de licentiegever.

Wij kunnen u helpen bij het opstellen van overdrachtsakten en licentieovereenkomsten. Mocht er onverhoopt sprake zijn van een inbreuk op een auteursrecht, dan kunnen wij u daar ook bij helpen met raad en daad. Neemt u gerust contact met ons op voor meer informatie.