Algemene Voorwaarden bij koop- en andere overeenkomsten

Je wist ervan, dus zit eraan vast en moet nu niet zeuren!

Dagelijks worden er talloze overeenkomsten gesloten. Denk aan de keren dat je online iets koopt, of even de winkel binnenloopt en een aankoop doet. Denk ook aan een opdracht die je aan een schilder, garagebedrijf of makelaar geeft. Vaak eenvoudige overeenkomsten wat de kern aangaat. Je wil dat boek kopen, je huis geschilderd hebben, je auto gerepareerd of je huis verkocht hebben. In heel veel gevallen worden standaard voorwaarden gebruikt bij de overeenkomst. De zogenoemde “kleine lettertjes”. Dit zijn de algemene voorwaarden. 

Algemene voorwaarden lijken standaard en daarom minder van belang. In de praktijk wordt er vaak weinig of geen aandacht aan gegeven. Dat wordt anders als er iets mis gaat en partijen willen weten wat hun rechten en plichten zijn. Dan blijkt vaak dat de kleine lettertjes heel veel bepalingen bevatten die gunstig zijn voor de gebruiker van de algemene voorwaarden. Dan blijken daar zaken in te staan over bijvoorbeeld levertijden, aansprakelijkheid en de bevoegde rechter. Dan blijkt dat een levertijd niet bindend is voor de verkoper, diens aansprakelijkheid flink beperkt is en een klacht moet worden gebracht voor een branchevereniging waarvan wellicht aan de onpartijdigheid getwijfeld wordt. 

Alle reden voor diegene die zaken doet met iemand die algemene voorwaarden gebruikt om daar vooraf toch naar te kijken. Toegegeven, de gemiddelde consument zal in de dagelijkse praktijk weinig invloed uit kunnen oefenen. De voorwaarden van webwinkels liggen bijvoorbeeld gewoon vast. Zonder het vinkje akkoord te zijn, kun je de aankoop niet doen. Maar je hebt altijd de mogelijkheid niet te kopen. De overeenkomst niet te sluiten als de voorwaarden je niet bevallen. 

Vooral partijen in het MKB, die regelmatig zakendoen met dezelfde partijen, bijvoorbeeld voor hun inkoop, doen er goed aan toch te bekijken wat de ander in zijn voorwaarden heeft staan. Dat geldt zeker sinds de Hoge Raad heeft bepaald dat als je op de een of andere manier de inhoud van de algemene voorwaarden kent, je daaraan gebonden bent.

Je bent snel aan algemene voorwaarden gebonden

Zoals met alle contract bedingen moeten ook algemene voorwaarden afgesproken worden. In de praktijk wordt daar eigenlijk nooit over gesproken. De gebruiker stelt simpelweg dat hij op de overeenkomst zijn algemene voorwaarden van toepassing verklaart. Als de ander het aanbod vervolgens accepteert, zijn deze voorwaarden van toepassing en een deel van de overeenkomst. Dat geldt ook als de gebruiker van de voorwaarden weet of moest weten dat de ander de inhoud niet kende. Die wederpartij kan niet zeggen dat hij ze niet heeft ingezien of er niet expliciet over is gesproken om aan de toepassing ervan te ontkomen.

De gebruiker heeft een informatieplicht, een terhandstellingsplicht 

Als tegenwicht tegen de snelle gebondenheid aan algemene voorwaarden heeft de wetgever bepaald dat de gebruiker van die voorwaarden de ander een redelijke mogelijkheid moet bieden om kennis te nemen van de voorwaarden. Op de gebruiker rust dus een informatieplicht. Daarbij is uitgangspunt dat de voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst worden verstrekt. Kan dat in redelijkheid niet, dan moeten de voorwaarden op eerste verzoek kosteloos worden verstrekt. Maar, dit is de uitzondering, het ter hand stellen is uitgangspunt. Wordt hieraan niet voldaan, dan mag de wederpartij de voorwaarden achteraf vernietigen. Dat geldt overigens niet (zonder meer) voor grote partijen of buitenlandse partijen. Maar dit laat ik hier onbesproken.

Uitzonderingen op de terhandstellingsplicht

De gebruiker moet dus actief maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat zijn wederpartij de kans heeft de algemene voorwaarden te kennen. Op het uitgangspunt dat de algemene voorwaarden overhandigd moeten worden zijn inmiddels behoorlijk wat uitzonderingen. Hierdoor komt de bal steeds meer bij de wederpartij te liggen. Die moet maar op zijn eigen zaak letten.

Allereerst geldt dat het verstrekken van de algemene voorwaarden ook kan door deze via elektronische weg beschikbaar te stellen (artikel 6:234 lid 2 BW). Dit is niet echt een uitzondering, maar meer een alternatief voor het feitelijk overhandigen. Vereist is wel dat de voorwaarden eenvoudig te downloaden zijn en kunnen worden opgeslagen. Is degene die de algemene voorwaarden gebruikt een dienstverlener, dan mag deze volstaan met verwijzing naar een webadres waar de voorwaarden te vinden zijn. Vereist is wel dat het adres de wederpartij meteen bij de voorwaarden brengt. Ook dan moeten die door hem gedownload kunnen worden. 

Verder is er de wettelijke uitzondering dat een wederpartij die (vrijwel) dezelfde algemene voorwaarden gebruikt zich niet op het ontbreken van terhandstelling mag beroepen (art. 6:235 lid 2 BW).

Voorafgaande bekendheid met de algemene voorwaarden

Al in 1999 is door onze hoogste rechter aangegeven dat als iemand voor het sluiten van de overeenkomst bekend was met het beding, of daarvan uitgegaan mocht worden, deze persoon zich niet op vernietiging mag beroepen omdat de voorwaarden hem niet ter hand zijn gesteld. Dit noemt men wel de “bekendheidsuitzondering”. Dit speelt vooral in situaties waar partijen herhaaldelijk zaken met elkaar doen. Stel installatiebedrijf Pietersen koopt maandelijks materialen in bij technisch groothandel Janssen. Dan is het voldoende dat een keer, bij aanvang van de relatie, de algemene voorwaarden worden verstrekt. Dat hoeft niet steeds bij elke overeenkomst herhaald te worden (Hoge Raad inzake Geurtzen/Kampstaal).

Een logische gedachte. Het steeds weer opsturen van sets algemene voorwaarden voegt immers niks toe. Maar, inmiddels is duidelijk dat deze bekendheidsuitzondering nog verder gaat. In het eerste geval was de bekendheid met de voorwaarden het gevolg van het handelen van de gebruiker, de leverancier. Duidelijk is nu dat dit niet vereist is. Het maakt volgens de Hoge Raad geen verschil of de bekendheid is terug te voeren op handelen van de gebruiker, of op andere wijze, zelfs onafhankelijk van de gebruiker, is ontstaan. In de zaak die tot deze uitspraak leidde ging het om een leverancier en een afnemer. De leverancier gebruikte vanuit de branche opgestelde algemene voorwaarden. Hij heeft die niet aan de afnemer verstrekt. 

Toch mislukt diens vernietiging. Het blijkt namelijk dat de directeur van de afnemer een cursus heeft gevolgd waarin deze branchevoorwaarden – in elk geval het beding waarover strijd ontstond – aan de orde kwamen. De directeur kende de voorwaarden dus voordat zijn bedrijf de overeenkomst sloot. De kennis van de directeur wordt aan het bedrijf toegerekend. Vanwege deze kennis, die dus min of meer willekeurig en in elk geval onafhankelijk van de leverancier was ontstaan, was er voldoende bekendheid en mocht er niet vernietigd worden (Hoge Raad in De Eendracht/Doens).

Je wist ervan, dus zit eraan vast. Niet zeuren

Het komt er dus op neer dat als je weet van het gebruik van algemene voorwaarden en die ook kent, je niet meer de mogelijkheid hebt die voorwaarden te vernietigen. Op zich wel verdedigbaar. Doel van de regels is immers dat je voorop weet, of redelijkerwijs kunt weten, waar je je aan bindt. Het maakt dan niet uit of je dit weet doordat de gebruiker iets heeft gedaan of doordat je zelf iets deed. Toch blijven er wel wat vragen open. Wat als de directeur die les afwezig was, maar de voorwaarden wel in het cursusmateriaal zaten? En, de wetenschap van de directeur wordt toegerekend aan het bedrijf. Dat is goed te volgen. Maar geldt dat ook voor elke willekeurige andere werknemer? En maakt het dan nog verschil of die medewerker betrokken was bij het contract?

De les moet in elk geval zijn dat diegene die met algemene voorwaarden geconfronteerd wordt minder snel een beroep op vernietiging zal kunnen doen. Reden temeer om toch eens naar die voorwaarden te kijken. 

Bob van Brink