Aanmaning nodig of niet?
Een contractspartij die tekortschiet in de nakoming van haar verplichting uit hoofde van de overeenkomst pleegt in beginsel wanprestatie. Maar dat houdt niet meteen in dat er altijd sprake is van de verplichting de schade die door die wanprestatie is veroorzaakt te vergoeden.
Behalve in de gevallen dat nakoming blijvend onmogelijk is, is daarvoor op grond van artikel 6:74 lid 2 BW ook vereist dat de tekortschietende contractspartij in verzuim is geraakt.
Voor dat verzuim geldt als hoofdregel dat de tekortschietende contractspartij in gebreke moet worden gesteld door een schriftelijke aanmaning waarin haar een redelijke termijn wordt gesteld. Als nakoming binnen die termijn uit blijft (artikel 6:82 lid 1 BW) is er sprake van verzuim (en mogelijk aansprakelijkheid voor de geleden schade).
Redelijke termijn
Die redelijke termijn om alsnog na te komen hoeft niet gegeven te worden als de tekortschietende contractspartij tijdelijk niet kan nakomen óf uit haar houding blijkt dat aanmaning nutteloos zou zijn. Dan kan de ingebrekestelling op grond van artikel 6:82 lid 2 BW ook plaatsvinden door een schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de tekortschietende contractspartij voor het uitblijven van de nakoming aansprakelijk wordt gesteld. Ook dan is er sprake van verzuim na ingebrekestelling, maar hoeft geen redelijke termijn tot nakoming te worden gegeven.
In artikel 6:83 BW worden enkele gevallen geregeld wanneer verzuim intreedt zonder ingebrekestelling. Daarvan is onder meer sprake als een voor de nakoming verstrekte termijn is verstreken of als de gedupeerde contractspartij uit een mededeling van de tekortschietende contractspartij moet afleiden dat laatstgenoemde in de nakoming van de verbintenis tekort zal schieten. Het betreft dan een mededeling gericht aan de gedupeerde contractspartij. Als het mededelingen zijn tegenover derden, wordt dat beschouwd als een houding waaruit kan worden afgeleid dat een aanmaning nutteloos is. Dat valt onder het bereik van het zojuist genoemde artikel 6:82 lid 2 en dan wordt de schriftelijke aansprakelijkstelling als ingebrekestelling gezien. Die is dan nodig om tot verzuim (en aansprakelijkheid) te komen. In het geval de mededelingen zijn gedaan tegen de schadelijdende contractspartij is helemaal geen ingebrekestelling nodig om tot verzuim (en aansprakelijkheid) te komen.
Nakomen van verplichtingen
Wat nu als een dergelijke mededeling aan de gedupeerde contractspartij wordt gedaan, maar laatstgenoemde niet meteen aangeeft dat de tekortschietende contractspartij daardoor in verzuim is? En na die mededeling de wederpartij nog de mogelijkheid geeft om alsnog te voldoen aan haar verplichtingen?
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 april 2024 bepaald dat voor het intreden van het verzuim niet nodig is dat de gedupeerde contractspartij heeft laten weten dat zij daaraan het gevolg verbindt dat de tekortschietende partij in verzuim is. Met andere woorden: na die mededeling treedt het verzuim in. En verder geeft de Hoge Raad te kennen dat het enkele feit dat de gedupeerde partij na het intreden van het verzuim alsnog de gelegenheid biedt om na te komen, niet betekent dat zij daarmee het recht verliest om zich op dat al eerder ingetreden verzuim te beroepen.
Als er sprake is van wanprestatie is het dus zaak om te bezien of er nog een termijn geboden moet worden om alsnog na te komen, dan wel of er al sprake is van verzuim en dus aansprakelijkheid voor de geleden schade.
Haico Dings